|
Dinsdag, 16 februari 2016, 14:21 u.
.
.
De schuine moppen
van de
parketpolitionist
-.-
Camille Schyns
aan
Jules Zollner
-- FaceBook -- 16-02-16, 10:02 u
.
P
rachtig je terug te vinden, Jules. Ik herinner me nog heel wat gesprekken
over mijn strafzaken en ouwehoeren in de oude rechtbank aan de
Pollartstraat Roermond. 25 jaar geleden is mijn praktijk naar de
Heerlerbaan verhuisd, waar ik 2 jaren geleden de handdoek in de ring heb
gegooid.
-.-
Reacties
Jules Zollner
Jules Zollner
-.-
Het mooiste waren de moppen van de parketpoltionist naast
mij. Keurig nette mensen, in een keurig net politie-uniform. Wij waren de
enigen. In de hele zaal. Voor de rest was er natuurlijk de verdachte, de
bode, de openbaar aanklager (OvJ), de rechter of rechters (meervoudige
kamer) en de advocaat. Voor de rest was er niemand. Nooit. Geeneen op de
publieke tribune, niemand op de ambtenarenbanken. Sommige zaken waren niet
zo sprankelend, en maar heel weinig zaken konden "mee", in de krant, van de
dagelijkse verslaggeving. De rechter maande ons wel eens tot stilte, heel
zachtjes, vriendelijk, stilletjes. Een knikje. De moppen van de Swalmense
parketpolitionist die hij met een ijzeren heinig gezicht achter z'n hand
zat te fluisteren waren zó verschrikkelijk, zó "cruel", zó angstaanjagend
verwrongen, dat ik er helemaal koud van werd, en met de uiterste
krachtsinspanning m'n gezicht in de plooi kon houden. Om niet op te vallen.
Ik kwam hem wel eens tegen, in Swalmen waar ik tegelijkertijd gemeente-
ambtenaar voorlichting was. Een bijzonder aardige man. Maar zijn moppen, ik
heb nooit ergere, wredere, vreselijkere angstaanjagende moppen gehoord, als
die van hem. Ik heb wel eens nagevraagd, bij deskundigen, of het wel
normaal was, wat hij zei. Dat was de Roermondse tijd ... Een erg aangename
rechtbank-tijd. Af en toe eens een grote zaak, soms even razendsnel de zaal
uit, omdat het een bekende was die voor het hekje stond ... En soms ook wel
mensen die ik spaarde, omdat ik tegen hun zei "maak je geen zorgen. Het
komt tóch niet in de krant". Een buitengewoon aardige tijd. In alle
gerechten, tot aan de ambtenarenrechter toe. Af en toe het Hof, en af en
toe de Raad van State. de Hoge Raad. En dan de stukjes tikken bij de GPD
aan de Casuaristraat. Ik ben nog steeds erg blij, dat ik dat allemaal
meegemaakt heb. Hopelijk gaat het je goed!
Een groet! Van Jules.
.
-.-
Camille Schyns ---
Ook ik kijk met plezier terug naar de rechtbank Roermond in het oude gebouw
en herken de moppentapperij met de parketpolitie. Buiten de rechtzaal in de
wachtruimte mocht er destijds nog gewoon gerookt worden en het was geen
probleem om de peuk onder je schoenzool uit te draaien. Zoiets zal
tegenwoordig niemand meer durven. De sfeer daar was in alle opzichten véél
amicaler dan in latere jaren. Goh, wat heb ik ook staan ouwehoeren met
griffiepersoneel, of officieren van justitie beneden bij het koffiehok met
dat machtig mooie meisje. Begin '91 in het arrondissement Maastricht,
groeide wat broodnijd naar heel veel en steeds meer oncollegiaal gedrag
waarvan ik eeerlijk gezegd de kots heb gekregen. Gelukkig leven we lang en
klamp ik mij vast aan die énorme hoeveelheid van mijn 'levenstijd' die
aangenaam en prachtig was.
-.-
Jules Zollner
Jules Zollner .
-.-
Om dat meisje draaiden ze allemaal cirkeltjes. Zij bleef het hooghartige
Roermondse nufje waarvan we allemaal wisten wie zij was.
Zelfs de veroordeelden kwamen in de wachtruimte en
lachten om het vonnis dat ze gekregen hadden. Het was de tijd waarin de
rechter soms wel even een wijle "de ogen gesloten hield"... Om over het
gedrag van je confrère Moszko maar even niet te spreken. De telefoon ging
vaak in de zittingen van de grote zittingzaal met de twee rode lampjes. Er
nam nooit iemand op.
De advocaten en de officieren kwam je tegen in het nette pak op de
recepties van de magistraten, en iedereen keek scherp en uit de ooghoeken
naar de vrouwen van de hooggeplaatsten ... met de hoeden, de voiletjes ...
en de uiterst scherpe blik. Ogen die vonken van vuur schoten op
nieuwkomers, de kandidaten voor de nieuwe benoemingen... promoties. Het
personeelsbeleid van de rechtbank werd door de echtgenotes bepaald. Een
heerlijke wereld. Een magnifieke tijd. Wij konden slechts eenvoudig
onzichtbaar wegschuifelen, achter een dikke pilaar. De zaken opstoken tot
grote hoogten, in de beslotenheid van het interne roddelcircuit.
Plaatsnemen onzichtbaar, in de trein achter de magistraat en zijn echtgenote.
Meeluisteren. De
tegenwoordige tijd is koud, kil vlak en naargeestig automatistisch
geregeerd. Dor proza. Geen poëzie. In de vonnissen en requisitoirs.
Rechtbankverslaggevers zijn verleden tijd. Je mag al blij zijn dat 't mag
doen met een persrechter of officier.
Het vak en de beroepsuitoefening zijn teloorgegaan voor de jonge garde. We
hebben de hoogtij meegemaakt, en afgesloten.
.
'\^_^/'
.
-.-
Camille Schyns -----
Mooi, Jules, mooi. Mijn vader stelde vaker 'om de duit en de fluit draait
de hele kluit'. Ik denk dat hij gelijk had, althans in belangrijke mate.
Qua vrouwen vond ik bij het overgrote deel van dat wereldje het héél hard
tegenvallen. Goh, wat hadden er velen toch een uitgesproken slechte smaak,
of waarvoor hádden ze zich in godsnaam toch laten strikken. Tja, het nette
pak hoorde in die tijd nog erbij. Pas na de eeuwwisseling werd het al
eerder door Prins Claus gegeven voorbeeld serieus nageleefd en dat wilde er
wel eens toe leiden dat iemand vond dat ik er maar pluizig bij liep. Nee,
ik was dat niet, die over een korte broek de toga aantrok om de rechtzaal
te betreden. Wél heb ik dat ooit geflikt toen ik veel rechtbankpost moest
wegbrengen bij 35 graden. Mijn belegen Puchje ('66) gepakt, pispotje op,
korte broek, T-hirt èn sandalen ... zo ben ik naar de Rb Maastricht
gereden. Een portier heb ik gevraagd om een foto van me te maken. Mooi
gezegd, Jules, dat we van de beste tijd nog een lekkere boterham gesmeerd
hebben gekregen, waarvan onze 'opvolgers' niet eens het recept zullen
krijgen.
-.-
.
Jules Zollner
Jules Zollner .
Je hebt gelijk! Maar het is toch prachtig af en toe nog even met gesloten
ogen en een symfonietje op de achtergrond, te genieten van de beelden die
zijn bijgebleven. Die kregen we zomaar in de schoot gegooid. "Wie bent u"
zei een keiharde metalen stem als je bij Moszko op de Swalmerstraat op de
bel drukte. 'n Normale klant moest daarmee al 800 gulden betalen. Hij
deelde engelse dropjes uit die hij in de zakjes van de kinderen had
afgenomen. Later nam ik z'n hele wetboekenserie (met de supplementen)
braafjes onder de hoede. En natuurlijk de inkijk in de ordners en de
documenten.
Ach.., dat zijn van die dingen.., niks leuker dan herinneringen. Genieten
is genieten, en genieten en genieten is twee.
Laten we maar blij zijn dat we 't er levend van hebben afgebracht in 't schuimige leven!
.
'\^_^/'
.
-.-
Jules Zollner Camille Schyns --
Wat de vrouwen in de rechtspraak betreft, dat is in het algemeen schrikken. Maar vergeet niet, dat de rechtspraak in het begin van de vorige eeuw te Nederland nog voornamelijk in handen was van de adel. Dat maakte de spoeling, om door de 'mannen' 'vrouwen' te laten kiezen, zorgwekkend dun. Tot op de dag van vandaag. "Ik kies een vrouw. Maar wat ik ermee moet doen, weet ik eigenlijk niet," zegt menige rechtskundige.
Dat moeten we vooral zo laten.
.
Jules Zollner
Toch is het shockerend, als we nog even een heel korte blik
in de achteruit werpen, om te zien hoe het in de rechtspraak die jij en ik
hebben meegemaakt, verder bergaf is gegaan. Hoe de rechtspraak is
verworden, zijns ondanks, tot 'n paskwil, 'n farce, van wat de rechtspraak
in jouw en mijn tijd is geweest, en hoe en wat hij had moeten zijn en
blijven. Wij kunnen er niets meer aan doen, wij kunnen het niet meer ten
goede buigen, schrijven, betogen, maar af en toe zullen we als
staatsburgerlijk handhaver de ogen krachtig krampachtig en pijnlijk moeten
sluiten. De vertegenwoordigers van het O.M. van weleer, Bruigom, Ruigrok,
Gonzalves, van Mechelen, etcetera, noem maar op, al de coryfeeën van toen,
ze bestaan niet meer, ze zijn nooit opgevolgd door iets of iemand, die erop
leek. Ze hadden de tastbare eigenschap, dat ze zich konden verheffen van
het spreekgestoelte, de armen gespreid en vliegend als een dreigende,
zwarte gevaarlijke roofvogel boven de aanwezigen in de zaal, met donderende
stem zodat iedere aanwezige het klamme angstzweet uitbrak. De
vertegenwoordigers van de advocatuur, Rieter, Nederveen, Schoolmeesters,
jij, etcetera, noem maar op, die de rechtspraak maakten tot een meesterlijk
en altijd uiterst fijnzinnig en geslepen geslaagd spel. En natuurlijk de
rechters, die we een actieve rol in de rechtspraak toebedeelden, door te
schrijven "mr. Aben zette zich schrap, en liet zich door een spervuur van
vragen aan de verdachte niet de kaas van het brood eten." Het is goed, dat
we er geen kennis meer van nemen, hoe het nu toegaat. Om van het landelijk
niveau en gebeuren op ieder rechtsgebied nog maar te zwijgen. De schrik
slaat je om het hart, als je de leidinggevenden op televisie ziet. Het is
ook goed, dat we er ons later, heel erg veel later, over zullen omdraaien
in ons graf. Vol gramstorigheid, en terecht tot uiting gebracht onderaards
mopperend gemompel. Tot in eeuwigheid amen. Een groet! Jules.
-.-
.
.
|