25 september 2015, 14:11 uur.
.
Wandelen door de bewogen geschiedenis
van de grensstreek
.
---RDB--- REGIO | 25 september 2015 | | Door Geert van Elk
1 / 2
ROERMOND - De licht golvende zandrug van de Stramproyerheide en het
Vosseven - gelegen tussen de uitgestrekte moerassen van het Stramproyer- en
het Wijffelterbroek - kent een hele bewogen geschiedenis. Een verhaal
afleesbaar aan sporen die de natuur en bewoners, gebruikers en passanten in
dit afwisselend cultuurlandschap achterlieten. Een werkgroep van de
Dorpsraden Stramproy en Altweerterheide , klankbordgroep Kempenbroek
spoorde een aantal, niet eerder gedocumenteerde verhalen op die verbonden
zijn met de historie van dit kleinschalig cultuurlandschap. Een moza‹ek van
akker- en hooilandjes, karakteristieke zandpaden, houtwallen en bosjes.
Leestekens waaraan men de geschiedenis van het landschap kan aflezen. Op
zaterdagmiddag, 3 oktober kunt u mee op een inspirerende verkenningstocht
naar de actuele staat én het verhaal van dit bijzondere, nagenoeg onbekende
erfgoed.
Door Geert van Elk
.
H
et landschap tussen het Wijffelter- en Stramproyerbroek is geen
onbeschreven blad. Al sinds de Steentijd oefenen de 'doorgangsgebieden naar
de eilanden van Weert en Stramproy', tussen uitgestrekte water- en
moerasgebieden een enorme aantrekkingskracht uit op de mens. Aanvankelijk
als jacht-, sprokkel en visgebied. Maar later ook voor de eerste boeren die
hier op hun kleine 'raatakkers' de eerste moeizame pogingen tot landbouw
deden. In de eeuwen hierna behoorden de heide en de moerassige broeken tot
de kapitaalgoederen van de aangrenzende dorpen. Met instemming van hoger
hand kon men hier 'heyen en weyen': het houden van vee, veelal schapen.
Overal stonden bijenkorven voor de honing en de was. Maar bovenal werd er
'gehaald': Turf, maar ook plaggen voor in de stal, hout en leem voor het
bakken van stenen. Daarnaast was het een bedrijvigheid van belang bij het
grote, maar ook vergeten 'kleine Vosseven' waar het vlas geroot werd door
de bewoners van het 'weversdorp Stramproy'. Er werden zelfs kostbare
medicinale bloedzuigers verzameld voor een lucratieve handel. Kortom, de
veelal arme bewoners van de schrale zandgronden sprokkelden hier gedurende
de seizoenen alles bijeen wat bruikbaar was om te leven en overleven.
Vanwege die economische verbondenheid was het grensgebied tussen de heide
en de broekgebieden ook regelmatig het decor van grensconflicten: van al
dan niet legale handelswegen, van smokkel-, jacht en visserspraktijken (en
stroperijen). Maar ook van buitenlandse legerkampementen en Duitse
zoeklichten. Van stenen bijlen, en de individuele kampontginningen. Via het
in de vorige eeuw ontgonnen Kleine Vosseven trekken we via de oude
Napoleonsweg naar de Buu‰tjeshei en het bekende devotie- en smokkelpunt bij
de Zevensprong. Daarbij passeren we de al lang vergeten 'schietbaan van de
Burgerwacht en de Blokhut van de Jonge Wacht waar muzikale opvoeringen
plaatsvonden waar nagenoeg het hele dorp voor uitliep.
De overgang van het besloten, reli‰frijke landschap naar het open
Wijffelterbroek is een belevenis op zich. Aan het begin van de vorige eeuw
werd hier een drooglegging en ontginning gestart die het einde betekende
van een van "de grootste en mooiste elzenbroekmoerassen van ons land". Hier
aan de rand van dit voormalig moeras kregen jonge boeren de ruimte voor een
boerenbedrijf. Aan de randen van dit nu open weidelandschap lagen her en
der de aanlegplaatsen van de schuiten voor de oversteek van het
Wijffelterbroek naar Altweert en de vangst van vis. Bij de aanleg van de
Raam in de jaren dertig was dat verleden tijd. Via oude 'smokkelpaadjes
passeren we de akker- en hooilandjes van de Graus en de Spitse Baandj:
moeizaam ontgonnen landbouwperceeltjes, her en der nog omzoomd met
houtwallen waaraan de hand van de mens nog steeds afleesbaar is.
Dat geldt niet meer voor de Graven van Bocholt, een oude, 14 -eeuwse
fortificatie. Een ooit afschrikwekkend bolwerk van hoog opgeworpen aarden
wallen en diepe grachten. De laatste resten van de 'Graven' werden
verwijderd inde tweede helft van de vorige eeuw. De grachten werden
destijds aangelegd op de enige doorgang tussen het Wijffelter- en
Stramproyerbroek op de grens van het Abdijvorstendom Thorn (waar Stramproy
bij hoorde) met het aangrenzend Graafschap Loon, het latere Prinsbosdom
Luik. Natuur is grenzeloos, maar hier aan de Bocholtergraven, waar nog
geen 100 jaar geleden de door de Duitsers aangelegde 'Draod' stond , is de
spanning van de grens nog altijd voel- en zichtbaar. .
De optelsom van deze 'voetnoten in het landschap' kan ons meer vertellen
over de wijze waarop de mensen destijds met de natuur en het toenmalig
landschap zijn omgegaan dan alle landschappen in de Limburgs Musea bij
elkaar.
Wanneer: Zaterdag, 3 oktober. Aanvang 13.30. Startplaats Vosseven,
Lochtstraat 26 in Stramproy (Weert). De (gratis) tocht van 5 km duurt circa
2.5 uur.
Voor belangstellenden die op 3 oktober verhinderd zijn, wordt de tocht
herhaald. Aanmelden via wijffelterbroek@hotmail.nl
-.-
Jules Zollner
| 2 minuten geleden |
pas aan |
reageer
Bovenstaand heel goed beschreven gebied is een machtige, hoogst
interessante natuurstreek waarin ik jaren geleden vrijwel iedere dag
uitgestrekte fietsdagtochten heb gemaakt. Ik ken er iedere heg en steg. Het
is een van de mooiste en interessantste gebiden van heel Noord- en Midden
Limburg. Zeker ook in de richting van de vrijwel verlaten verwaarloosde
camping De Luyssen en de buitengebieden van Bree. Je komt er nooit iemand
tegen. Er is geen kerktoren of landschapsmarkering te zien. Je bent op "de
witte vlek" op de kaart van Limburg. Alleen op de wereld, en ver van het
menselijk gebeuren. Rijd je langzaam en behoedzaam geluidloos op of aan het
pad, langs het smalle beekje, dan kom je zomaar plotseling een vosje tegen.
Te zien en te herkennen aan zijn mooie roodbruine golvende pluimstaart.
Voordat je de camera uit het shirt hebt kunnen pakken springt hij alweer
weg. Nergens meer te zien. Er zijn ook zeer zeldzame planten struiken en
bomen in dit volledig onbewoond gebied van de onbewoonde Kempen/Peel-
uitlopers. Het is een schitterend gebied dat sterk tot de verbeelding
spreekt. Dat je door en door moet kennen in alle jaargetijden. Ook als het
's nachts pikdonker is. Ook als het regent, hard waait, hagelt en sneeuwt.
Ik ga zeker mee en ik raad het iedereen ook aan.
.
.
.
Update
Er is ooit eens een boekje verschenen met waargebeurde
verhalen uit deze streek. Het heette Óé toch..! omdat dat de kreet is, die
de mensen slaken, als er ineens iets raars gebeurt.
Zo is er in deze streek een eenzame boerderij langs de Zuidwillemsvaart
(Weert-Lozen-Stramproy) waarlangs ik graag en vaak fiets. In de boerderij
woont een jonge kleine herdershond. De hond komt aanrennen en springt je op
je schouder. Je schrikt je compleet een ongeluk. Maar hij doet niets. Hij
blijft rustig zitten en je hoort het hijgen uit zijn bek. Ongeveer vijf
kilometer verder springt hij er weer vanaf. Al vaak gebeurd maar ik kan er
tegen.
Dat zijn dingen daar moet je tegen kunnen.
Het landschap lijkt op de Drunense Duinen maar dan ruiger en onverzorgd.
Iedere keer als je 'n tocht maakt, ben je geheel ge-reset.
Ik zal er zondag weer eens heen.
Het wordt goej weer.
Vind ik leuk Beantwoorden 25 september om 18:04
.
.
.
Jules Zollner.
.
.
.
|